Zo komen vogels de winter door

Als het buiten guur en koud is dan kleden wij ons warmer aan en gaan we – als het even kan- zo snel mogelijk weer lekker binnen bij de verwarming zitten. Eten en drinken hebben we vrijwel altijd voldoende in huis en de kou is soms best een goede reden om lekker helemaal niet de deur uit te hoeven gaan. Het gemak waarmee wij met deze weersomstandigheden om kunnen gaan, is voor dieren niet altijd aan de orde. En dan heb ik het in dit geval vooral over de vogels. Vogels zitten altijd buiten, weer of geen weer. Ze zoeken uiteraard wel een beschutte plek op, maar het blijft koud en nat buiten. Daarnaast moeten ze door weer en wind op zoek naar voedsel voor zichzelf en hun jongen. Vooral in de winter is dit een hele zware opgave. Nu zijn er vogels die ieder jaar voor het najaar erop uit trekken naar een warmer gebied waar het broedgebied en het leefklimaat beter is en er gemakkelijk voedsel gevonden kan worden. Deze overwinteraars noemen we trekvogels.

Trekvogels

Het trekken naar het zuiden zit bij de trekvogels in het instinct. Zodra de dagen korter worden en de temperatuur daalt, maken deze vogels zich klaar voor de grote reis. Sommige trekvogels zoals de Wielewaal vertrekken, misschien gek genoeg, al in juli. De laatste vogels zoals de spreeuwen en de lijsters trekken voornamelijk in de maand november naar een warmer gebied. De trek van vogels is een zware, uitputtende opgave voor de vogels. Er dreigt veel gevaar onderweg en vogels hebben veel energie en vetten nodig om de lange vlucht aan te kunnen en vooral om het te kunnen volhouden. Sommige vogels leggen in één keer een reis af van wel 6000 kilometer! Zij kunnen geen tussenstop maken als ze bijvoorbeeld over de Sahara of een zee vliegen. Andere vogels hebben een andere trekroute en maken wel tussenstops en vinden onderweg nieuw voedsel. Voordat de vogels wegtrekken sparen ze extra veel vetten op, dit wordt opvetten genoemd. Vogels nemen dan extra veel energierijk voedsel tot zich. En dit is nog niet alles… Nee, voordat het zover is dat de vogels vertrekken, komen ze in de rui. Oude veren maken plaats voor een gloednieuwe vacht. Je zou denken dat de natuur echt aan alles heeft gedacht met betrekking tot het voorbereiden van haar vogels op de lange reis. Mooi hé?

Thuisblijvers

Natuurlijk zijn er ook nog genoeg vogels die geen trekvogels zijn en overwinteren in ons eigen land. Deze vogels worden standvogels genoemd. Voorbeelden van standvogels zijn de winterkoning, koolmees, kraai, merel, roodborstje en de mus. In principe kunnen deze vogels zich goed redden in ons land. Toch wordt het ook voor hen een stuk moeilijker als het gaat vriezen of sneeuwen. De vogeltjes hebben een moeilijke tijd om een beschutte plek te vinden en vooral het vinden van voedsel is dan een groot probleem. Jij kunt deze vogels een handje helpen door een vogelhuisje of nestkastje in je tuin te plaatsen. Hiermee bied je een plek aan waar de vogels veilig kunnen overnachten, nesten en schuilen tegen slecht weer. In onze webshop vind je voor vele soorten vogels een vogelhuisje. Je zou vervolgens de vogels kunnen voeren door vogelvoer in je tuin te strooien of brood voor ze klaar te leggen. Nog beter zou zijn om een voederhuisje of voedertafel aan te schaffen. Ook dit is verkrijgbaar in diverse modellen en zorgt er eigenlijk voor dat de vogels de hele winter voorzien worden van voeding. Afhankelijk van het soort vogels dat je naar je tuin toe wenst te trekken kun je verschillende soorten voer in je tuin leggen of ophangen. We hebben voedersilo’s voor vogelzaad, noten en pitten. Voedertafels voor het strooivoer of bijvoorbeeld fruit of brood. Tip: bestel direct vetbollen en/of doppinda’s mee! Dit is niet alleen een lekkernij voor de vogels, het zit ook boordevol goede vetten en vitaminen die de vogels deze winter goed kunnen gebruiken.

Zorg voor een beschutte plek

Als je de standvogels wilt helpen door een vogelhuisje te plaatsen en ze te voorzien van voedsel, zorg er dan voor dat je wel rekening houdt met de plek waarop je het huisje neerhangt of het voedsel neerlegt. Zorg altijd voor een beschutte plek en een veilige omgeving. Vogelhuisjes hang je het liefst hoog in de boom of aan een muur. Niet pal in de zon en niet aan de regen kant. Voedertafels kun je in principe op iedere plek in de tuin neerzetten, maar houdt wel rekening met dezelfde eisen als voor het plaatsen van een vogelhuisje.

Geniet vanuit je warme huis van het prachtige schouwspel van alle vogels de in jouw tuin komen overwinteren!